Bezienswaardigheden
De Romboutstoren aan Hoofdgraaf 6 is datgene wat over is van de vroegere kerk van Neerandel. Het betrof een laatgotische kerk met een 14e-eeuwse toren die een bakstenen spits bezit. Dat is zeer zeldzaam in Noord-Brabant. Van het kerkje is slechts de ruïne van de zuidkapel overgebleven nadat het midden 19e eeuw werd gesloopt. Toren en kapel zijn in 1954 gerestaureerd. Ze zijn geklasseerd als Rijksmonument. Op het kerkhof bij deze toren is in 1634 een Jan Claesen begraven, volgens de legende de Jan Claesen die trompetter was in het leger van de Prins van Oranje.
De Hervormde kerk Andel aan de Kerkstraat 2, bijgenaamd het Blauwe kerkje, was de vroegere, aan Sint-Maarten gewijde, parochiekerk van Opandel. Ze dateert oorspronkelijk uit omstreeks 1275 en is daarmee de oudste kerk van Andel. Mogelijk had ze nog een voorganger die meer oostelijk stond, maar door de Maas werd verzwolgen. In 1852 werd de kerk zeer ingrijpend verbouwd en ook gepleisterd. Later kreeg dit pleisterwerk, door een foute behandeling van een aannemer, een felblauwe kleur, vandaar de naam. In 1959 vonden opnieuw een verbouwing en restauratie plaats. Enkele 15e-eeuwse muurgedeelten bleven bewaard. De blauwe kleur verdween, maar ook de 18e-eeuwse herenbank, waarop de Heren van Andel plachten plaats te nemen en die voorzien was van wapenschilden van de families Scharp en Royer. Een grafsteen die hetzelfde wapen draagt werd voor in de kerk opgesteld.
Twee grenspalen op de Maasdijk, die de voormalige grens aangeven tussen Andel en Veen, en daarmee die tussen het Land van Heusden en het Land van Altena aangeven. De grenspaal van Heusden draagt een rad, die van Altena twee vissen. Ze stammen uit 1786 en fungeerden als zogenaamde banpalen.
AquaAltena
In de straat bij de camping bevindt zich een zwembad met buitenbad en zonneweide.
Klik HIER voor meer info
Geschiedenis
Andel (Brabants: Ael) is een dorp in de Nederlandse gemeente Woudrichem in het Land van Heusden en Altena, dat oorspronkelijk behoorde tot het Gewest Holland. Sinds 1813 ligt het in de provincie Noord-Brabant. Het dorp is ontstaan op de oeverwal van de rivier de Alm, maar ligt door veranderingen van de rivierenloop tegenwoordig aan de Afgedamde Maas.
Andel is bekend door de dam in de Maas en de Andelse Sluis. Het opvallendste gebouw is de 14e-eeuwse Romboutstoren met een karakteristieke bakstenen torenspits.
Andel bestaat uit Op- en Neder-Andel. De vondsten van Romeins aardewerk duiden op bewoning die teruggaat tot de 2e eeuw na Christus. Dit blijkt uit archeologische vondsten achter het oude gemeentehuis aan de Dorpsstraat te Neer-Andel en op 'de Kwel' te Op-Andel.
De stijging van het zeewater tussen de 5e en de 9e eeuw veroorzaakte in het laaggelegen Land van Altena veel wateroverlast. Op een aantal plaatsen was zelfs sprake van een tijdelijke onderbreking van de bewoning. Ook Andel was gedurende deze periode nauwelijks bewoond. Toen het water zich in de 9e eeuw langzaam maar zeker terugtrok, kwamen de mensen ook weer terug. Het spreekt voor zich dat eerst de hoger gelegen gronden bewoond en gecultiveerd werden, zoals de percelen Huiswerf en Konijnenberg, op de plaats van de gelijknamige straat en de Prins Bernhardstraat. Hier werden in de bodem de sporen van een versterkte boerderij gevonden. In het jaar 850 werd voor het eerst in geschreven bronnen melding gemaakt van Andel, geschreven als Villa Analo, toen ene Balderik een mansum cum huba, huis met hoeve, verkocht aan de Abdij van Lorsch. Hiervan getuigt de 12e-eeuwse Codex Laureshamensis. Uit 1258 of 1259 dateert opnieuw een document waarin de naam Andel vóórkomt.
Niet gedocumenteerd is de verandering van de loop van de Maas, waarschijnlijk in de 11e of 12e eeuw, waarbij het toenmalige centrum van Andel buitendijks kwam te liggen en moest worden afgebroken, inclusief het kerkje dat er toen reeds stond. Vervolgens werd de kerk van Opandel gebouwd, deels opgetrokken uit stenen die reeds eerder gebruikt waren in het verdronken dorp. Ook de kavelpatronen wijzen op het verdwijnen van een stuk grondgebied. Vermoedelijk heeft Andel er toen grondgebied van Giessen bijgekregen. Hierop is Neerandel gebouwd, inclusief de Sint-Romboutskerk. Meer dan enkele tientallen huizen en boerderijen zal het dorp echter niet geteld hebben.
Ook in de volgende eeuwen was er nauwelijks sprake van bevolkingsgroei. Uit een belastingkohier van 1632 weten we bijvoorbeeld dat er in dat jaar slechts 91 huizen in Andel stonden. Dat betekent een bevolking van ongeveer 450 personen. Honderd jaar later waren er 101 huizen, volgens een verpondingsregister van 1731. Sindsdien is het inwonertal meer dan vervijfvoudigd.